proud

Niet te verwarren met: prouď

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  proud (VS)    (hulp, bestand)
stellend vergrotend overtreffend
proudprouderproudest

Bijvoeglijk naamwoord

proud

  1. trots
Afgeleide begrippen
  • proudness

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /proʊ̯t/
  • Geluid:  proud    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • proud
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *prǭdъ

Zelfstandig naamwoord

proud monbezield

  1. stroom; beweging van een vloeistof, gas of andere soortgelijke objecten
    «Proud vody uprostřed řeky byl tak silný, že nebylo možno ji přebrodit.»
    De waterstroom in het midden van de rivier was zo sterk, dat het niet mogelijk was haar te doorwaden.
  2. (natuurkunde) stroom (1) van geladen deeltjes
    «Včera jsme měli závadu na elektrickém vedení, takže nám vypnuli proud
    Gisteren hadden we schade in de elektrische leidingen, dus schakelden ze ons de stroom uit.
Verbuiging
Synoniemen
  1. tok monbezield, proudění o
Afgeleide begrippen
  • protiproud monbezield
  • proudeček / proudíček monbezield
  • proudek monbezield
  • proudit
  • proudový
  • silnoproud monbezield
  • slaboproud monbezield
Typische woordcombinaties
  • být v plném proudu
  • elektrický proud monbezield
  • jít proti proudu
  • (plout) po proudu – met de stroom mee (zwemmen)
  • (plout) proti proudu – tegen de stroom in (zwemmen)
Verwante begrippen
  • proudící
  • proudnice v
  • šťáva v
Paroniemen

Verwijzingen

    Meer informatie

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.