pussy

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pussy    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpusi/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • pus·sy
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pussy pussy's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

depussyv/m

  1. (scheldwoord) iemand met te weinig durf
     Het gebruik van het woord ‘pussy’ als scheldwoord is terug. Ik denk dat ik het voor het laatst in de jaren negentig hoorde. Het zal wel op de Korenmarkt in Arnhem geweest zijn, echt een plek waar mensen elkaar toen hardop een pussy konden vinden.[1]
  2. (seksualiteit) (informeel) geslachtsdeel van een vrouw
     Een blaaskaak, een antidemocraat en een seksist die er openlijk voor uitkwam dat hij lekkere meiden het liefst bij de pussy grijpt.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord pussy staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Marcel van Roosmalen
    “Pussy’s” (20 juni 2022) op nrc.nl
  2. Weblink bron
    Jan Vollaard
    “De protestsong is terug (en er is niets lievigs meer aan)” (8 november 2018) op nrc.nl

Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈpʊsi/
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van puss met het achtervoegsel -y
enkelvoud meervoud
pussy pussies

Zelfstandig naamwoord

pussy

  1. (informeel) poesje, katje
  2. (straattaal) kut
  3. (scheldwoord) slappeling, mietje, bangerik, scheldwoord voor een man die zich niet stoer gedraagt
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.