schorpioen

Niet te verwarren met: Schorpioen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schorpioen    (hulp, bestand)
  • IPA: /sxɔrpiˈjun/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • schor·pi·oen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘spinachtige met scharen en gifstekel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287.[1]
  • Middelnederlands sc(h)orpioen, leenwoord uit Oudfrans (e)scorpion.[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord schorpioen schorpioenen
verkleinwoord schorpioentje schorpioentjes

Zelfstandig naamwoord

deschorpioenm

  1. (spinachtigen) benaming voor nachtactieve, levendbarende, spinachtige landdieren uit de orde Scorpiones , van subtropische en tropische gebieden, met scharen en een gifstekel aan het einde van een langwerpige gesegmenteerde staart
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schorpioen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.