segment

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  segment    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • seg·ment
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘cirkeldeel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1740 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord segment segmenten
verkleinwoord segmentje segmentjes

Zelfstandig naamwoord

hetsegmento

  1. onderdeel, elk van de delen die samen een constructie vormen
  2. deel van een cirkel of bol
  3. (biologie) elk van de min of meer gelijkvormige delen van een dier, plant of orgaan
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord segment staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Pools

Zelfstandig naamwoord

segment m

  1. segment

Meer informatie

Slowaaks

Woordafbreking
  • seg·ment
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Latijnse segmentum

Zelfstandig naamwoord

segment m

  1. segment

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /sɛgmɛnt/
Woordafbreking
  • seg·ment

Zelfstandig naamwoord

segment monbezield

  1. segment
Verbuiging
Afgeleide begrippen
  • prvosegment monbezield
  • segmentátor monbezield
  • segmentovat
  • segmentový
Verwante begrippen
  • segmentace v

Meer informatie

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.