sling

Engels

Uitspraak
  • Geluid:
  • IPA:
enkelvoud meervoud
sling slings

Zelfstandig naamwoord

sling

  1. katapult, slinger
  2. draagdoek, mitella
  3. draagband, draagriem
  4. lus [1]
  5. (scheepvaart) leng, soort hijsstrop
  6. (scheepvaart) borg [4], ratouw
  7. (schoeisel) hielband
  8. (drinken) bep. sterkedrank (gin, grog e.d.) aangelengd met water
vervoeging
onbepaalde wijs to  sling 
he/she/it  slings 
verleden tijd  slung 
 slang 
voltooid
deelwoord
 slung 
onvoltooid
deelwoord
 slinging 
gebiedende wijs  sling 

Werkwoord

sling

  1. overgankelijk (met een slingerbeweging) gooien of werpen, slingeren
  2. overgankelijk in een draagriem dragen
  3. overgankelijk, (scheepvaart) met een leng ophijsen
  4. overgankelijk, (informeel) (veelal illegaal) verkopen of uitdelen (van drugs e.d.)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.