stofzuiger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stofzuiger    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈstɔfsœyɣər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • stof·zui·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘huishoudelijk apparaat dat stof opzuigt’ voor het eerst aangetroffen in 1934 [1]
  • samenstelling van  stof  en  zuiger 
  • Naamwoord van handeling van stofzuigen met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord stofzuiger stofzuigers
verkleinwoord stofzuigertje stofzuigertjes

Zelfstandig naamwoord

destofzuigerm

  1. (techniek) (huishouden) een elektrisch toestel dat stof en kleine deeltjes opzuigt
    • Kun je de stofzuiger even uit de schoonmaakkast pakken? 
  2. (sport) weinig begaafde voetballer die door hard werken toch onmisbaar is voor het team
Hyponiemen
  • sledestofzuiger, steelstofzuiger
Afgeleide begrippen
  • stofzuigeren, stofzuigerzak
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stofzuiger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.