streptokok

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  streptokok    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • strep·to·kok
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord streptokok streptokokken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

destreptokokm

  1. (biologie) soort ronde bacterie die in kettingen achter elkaar liggen
    • Kraamvrouwenkoorts wordt veroorzaakt door de zogeheten groep A streptokok. Bij besmetting met deze bacterie kan een kraamvrouw ernstig ziek worden in de eerste drie weken na de bevalling. [2] 
    • Mozart stierf door streptokok: Volgens de verslagen van de sterfgevallen bezweken veel mannen van rond de veertig jaar in december 1791 aan de streptokokkenbesmetting. Andere veelvoorkomende doodsoorzaken uit die tijd, zoals tuberculose en ondervoeding, lijken minder goed te passen bij het ziektebeeld van Mozart, stellen Zegers en zijn collega's. [3] 
Afgeleide begrippen
  • streptokokkenbesmetting
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord streptokok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

streptokok monbezield

  1. (biologie) streptokok
Schrijfwijzen
  • streptokokus m
Afgeleide begrippen
  • streptokokový
Verwante begrippen

Meer informatie

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /strɛptɔkɔk/
Woordafbreking
  • strep·to·kok

Zelfstandig naamwoord

streptokok monbezield

  1. (biologie) streptokok
Verbuiging
Schrijfwijzen
  • streptokokus monbezield
  • streptokokkus monbezield
Afgeleide begrippen
  • streptokokový
  • streptokokosa / streptokokóza v
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.