stuw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stuw    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • stuw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stuw stuwen
verkleinwoord stuwtje stuwtjes

Zelfstandig naamwoord

destuwm

  1. (waterbeheer) een vaste waterkering die het water, van een deel van een rivier of een stuwmeer, pas bij het bereiken van een bepaalde waterhoogte laat wegstromen doordat de dam overstroomt of door het openen van schuiven of deuren
    • De stuw, die voor vissen een versperring van de trekroute is, zal worden voorzien van een vistrap. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
stuwen

stuw

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stuwen
    • Ik stuw. 
  2. gebiedende wijs van stuwen
    • Stuw! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stuwen
    • Stuw je? 

Gangbaarheid

  • Het woord stuw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.