overlaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overlaat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • over·laat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord overlaat overlaten
verkleinwoord overlaatje overlaatjes

Zelfstandig naamwoord

deoverlaatm

  1. (waterbeheer) een stuw, of het laagste gedeelte van een waterkering, waar het water bij een bepaalde waterhoogte overheen kan stromen
    • Het water zal in geval van nood via de overlaat in het waterbergingsgebied stromen. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • overlating
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
overlaten

overlaat

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overlaten
    • ... dat ik overlaat. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overlaten
    • ... dat jij overlaat. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overlaten
    • ... dat hij overlaat. 

Gangbaarheid

  • Het woord overlaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.