torpe

Portugees

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: //ˈtoɾ.pi
Woordafbreking
  • tor·pe
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
  mannelijk     torpe     torpes  
  vrouwelijk     torpe     torpes  

Bijvoeglijk naamwoord

[A] torpe

  1. onbeschaamd, obsceen.
  2. (moreel) laag, berucht, oneervol.
  3. zelfzuchtig.
  4. walgelijk, onrein.
  5. smerig.

[B] torpe

  1. verdovend, verlammend
  2. (figuurlijk) sociaal verlammend, verlegen

Verwijzingen

  1. Weblink bron torpe in: Dicionário Priberam da Língua Portuguesa, em linha (2008-2021) op dicionario.priberam.org

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: //ˈtoɾpe
Woordafbreking
  • tor·pe
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
mannelijk torpe torpes
vrouwelijk torpe torpes

Bijvoeglijk naamwoord

torpe

  1. met moeite bewegend
  2. onhandig.
  3. onbeschoft, traag van begrip.
  4. oneerlijk, schaamteloos, onzedelijk.
  5. schandelijk, onfatsoenlijk, berucht.
  6. lelijk, grof, zonder versiering.

Zelfstandig naamwoord

torpe m

  1. (abstract) het onhandige, onbeschofte enz.
  2. (persoon) kluns, stommeling

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.