trombone

Uitspraak

• Geluid:  trombone    (hulp, bestand)
• IPA: / trɔmˈbɔːnə / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• trom·bo·ne

Woordherkomst en -opbouw

• van Italiaans trombone, in de betekenis van ‘blaasinstrument’ voor het eerst aangetroffen in 1754 ^{[1] [2]}

Zelfstandig naamwoord

de trombone v / m

1. (muziekinstrument) koperen blaasinstrument waarbij de toonhoogte door middel van spanning van de lippen en een schuif wordt geregeld

   • De trombone was op de grond gevallen, maar gelukkig deed de schuif het nog. 

Gangbaarheid

• Het woord trombone staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trombone" herkend door:

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Woordherkomst en -opbouw

• van Italiaans trombone

Zelfstandig naamwoord

trombone

1. (muziekinstrument) trombone

Uitspraak

• Geluid:  trombone    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• trom·bone

Woordherkomst en -opbouw

• van Italiaans trombone, in de betekenis van ‘blaasinstrument’, voor het eerst vermeld in 1765.

Zelfstandig naamwoord

trombone v

1. (muziekinstrument) trombone
2. paperclip

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van tromba 'trompet' met het achtervoegsel -one

Zelfstandig naamwoord

trombone

1. (muziekinstrument) trombone

Woordafbreking

• trom·bo·ne

Zelfstandig naamwoord

trombone

1. (muziekinstrument) trombone

Woordafbreking

• trom·bo·ne

Zelfstandig naamwoord

trombone

1. (muziekinstrument) trombone

Zelfstandig naamwoord

trombone

1. (muziekinstrument) trombone