tsunami

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tsunami    (hulp, bestand)
  • IPA: /tsuˈnami/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /tsuˈnami/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /tsuˈnami/
Woordafbreking
  • tsu·na·mi
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Japanse 津波 (tsunami, "tsunami") van 津 (tsu, "haven") en 波 (nami, "hoge golf").
enkelvoud meervoud
naamwoord tsunami tsunami's
verkleinwoord tsunamietje tsunamietjes

Zelfstandig naamwoord

detsunamim

  1. een grote vloedgolf door een aardbeving veroorzaakt
    • In dat gebied was laatst een grote tsunami. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tsunami staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Engels

Zelfstandig naamwoord

tsunami

  1. tsunami

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  tsunami    (hulp, bestand)
  • IPA: /tsynami/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  tsunami     le tsunami     tsunamis     les tsunamis  

Zelfstandig naamwoord

tsunami m

  1. tsunami

Spaans

enkelvoud meervoud
tsunami tsunamis

Zelfstandig naamwoord

tsunami m

  1. tsunami

Turks

Woordafbreking
  • tsu·na·mi
enkelvoud meervoud
nominatief   tsunami     tsunamiler  
genitief   tsunaminin     tsunamilerin  
datief   tsunamiye     tsunamilere  
accusatief   tsunamiyi     tsunamileri  
locatief   tsunamide     tsunamilerde  
ablatief   tsunamiden     tsunamilerden  

Zelfstandig naamwoord

tsunami

  1. tsunami
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.