tweehonderdvierenveertig

Nederlands

0244
tweehonderdvierenveertig,
op een abacus
Uitspraak
  • Geluid:  tweehonderdvierenveertig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌtwehɔndərtˈfirənˌfertəx/ (7 lettergrepen)
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·vier·en·veer·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

tweehonderdvierenveertig

  1. "244", het getal tussen tweehonderddrieënveertig en tweehonderdvijfenveertig, tweehonderd plus vierenveertig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen tweehonderdvierenveertig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdvierenveertig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • tweehonderdvierenveertigste

hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderdvierenveertig" ht als linkerdeel

  • tweehonderdvierenveertigduizend
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord tweehonderdvierenveertig tweehonderdvierenveertigs
verkleinwoord tweehonderdvierenveertigje tweehonderdvierenveertigjes

Zelfstandig naamwoord

detweehonderdvierenveertigv/m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 244 is aangeduid
    • Als jij tweehonderdvierenveertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

detweehonderdvierenveertigmv

  1. groep van 244 eenheden
    • Die tweehonderdvierenveertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'tweehonderdvierenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.