tweehonderdvijfenzeventig

Uitspraak

• Geluid:  tweehonderdvijfenzeventig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌtwehɔndərtˈfɛifənˌsevə(n)təx / (8 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'tweehonderdvijfennegentig': /ˌtwehɔndərtˈfɛifənˌzøvəntəx/

Woordafbreking

• twee·hon·derd·vijf·en·ze·ven·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  tweehonderd ht  en  vijfenzeventig ht 

Hoofdtelwoord

tweehonderdvijfenzeventig

1. "275", het getal tussen tweehonderdvierenzeventig en tweehonderdzesenzeventig, tweehonderd plus vijfenzeventig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De totale kosten bedragen tweehonderdvijfenzeventig euro en zevenendertig cent. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdvijfenzeventig van het grootste hotel. 

Zelfstandig naamwoord

de tweehonderdvijfenzeventig v / m

1. dat wat in een (rang)ordening met 275 is aangeduid

   • Als jij tweehonderdvijfenzeventig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de tweehonderdvijfenzeventig mv

1. groep van 275 eenheden

   • Die tweehonderdvijfenzeventig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

• Het woord 'tweehonderdvijfenzeventig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.