tweehonderdzesenzeventig

Uitspraak

• Geluid:  tweehonderdzesenzeventig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌtwehɔndərtˈsɛsənˌsevə(n)təx / (8 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'tweehonderdzesennegentig': /ˌtwehɔndərtˈsɛsənˌzøvəntəx/

Woordafbreking

• twee·hon·derd·zes·en·ze·ven·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  tweehonderd ht  en  zesenzeventig ht 

Hoofdtelwoord

tweehonderdzesenzeventig

1. "276", het getal tussen tweehonderdvijfenzeventig en tweehonderdzevenenzeventig, tweehonderd plus zesenzeventig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De totale kosten bedragen tweehonderdzesenzeventig euro en zevenendertig cent. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdzesenzeventig van het grootste hotel. 

Zelfstandig naamwoord

de tweehonderdzesenzeventig v / m

1. dat wat in een (rang)ordening met 276 is aangeduid

   • Als jij tweehonderdzesenzeventig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de tweehonderdzesenzeventig mv

1. groep van 276 eenheden

   • Die tweehonderdzesenzeventig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

• Het woord 'tweehonderdzesenzeventig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.