venkel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  venkel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ven·kel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘plant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1225 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord venkel venkels
verkleinwoord venkeltje venkeltjes

Zelfstandig naamwoord

devenkelv/m

  1. (plantkunde) elke plant van het geslacht Foeniculum 
    (wikidata: venkel )
  2. (plantkunde) plant Foeniculum vulgare  uit de schermbloemenfamilie Apiaceae 
    (wikidata: venkel )
  3. (groente) knol of bladeren van de Foeniculum vulgare , een naar anijs smakende groente
  4. (specerij) (gedroogd) zaad van Foeniculum vulgare 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord venkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.