< verhonderdvoudigen
verhonderdvoudigen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van verhonderdvoudigen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verhonderdvoudigen | te verhonderdvoudigen | ||||||||
toekomend | zullen verhonderdvoudigen | te zullen verhonderdvoudigen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben verhonderdvoudigd | te hebben verhonderdvoudigd | ||||||||
toekomend | verhonderdvoudigd zullen hebben | verhonderdvoudigd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
verhonderdvoudigend | verhonderdvoudigd | ev. verhonderdvoudig | mv. verouderd verhonderdvoudigt | verhonderdvoudige | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | verhonderdvoudig | verhonderdvoudigt | verhonderdvoudigt | verhonderdvoudigt | verhonderdvoudigt | verhonderdvoudigen | verhonderdvoudigen | verhonderdvoudigen | |||
verleden (o.v.t.) | verhonderdvoudigde | verhonderdvoudigde | verhonderdvoudigde | verhonderdvoudigde | verhonderdvoudigde | verhonderdvoudigden | verhonderdvoudigden | verhonderdvoudigden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal verhonderdvoudigen | zult/zal verhonderdvoudigen | zult/zal verhonderdvoudigen | zult verhonderdvoudigen | zal verhonderdvoudigen | zullen verhonderdvoudigen | zullen verhonderdvoudigen | zullen verhonderdvoudigen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verhonderdvoudigen | zou verhonderdvoudigen | zou(dt) verhonderdvoudigen | zoudt verhonderdvoudigen | zou verhonderdvoudigen | zouden verhonderdvoudigen | zouden verhonderdvoudigen | zouden verhonderdvoudigen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb verhonderdvoudigd | hebt verhonderdvoudigd | hebt/heeft verhonderdvoudigd | hebt verhonderdvoudigd | heeft verhonderdvoudigd | hebben verhonderdvoudigd | hebben verhonderdvoudigd | hebben verhonderdvoudigd | |||
verleden (v.v.t.) | had verhonderdvoudigd | had verhonderdvoudigd | had verhonderdvoudigd | hadt verhonderdvoudigd | had verhonderdvoudigd | hadden verhonderdvoudigd | hadden verhonderdvoudigd | hadden verhonderdvoudigd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal verhonderdvoudigd hebben | zal/zult verhonderdvoudigd hebben | zult/zal verhonderdvoudigd hebben | zult verhonderdvoudigd hebben | zal verhonderdvoudigd hebben | zullen verhonderdvoudigd hebben | zullen verhonderdvoudigd hebben | zullen verhonderdvoudigd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou verhonderdvoudigd hebben | zou verhonderdvoudigd hebben | zou/zoudt verhonderdvoudigd hebben | zoudt verhonderdvoudigd hebben | zou verhonderdvoudigd hebben | zouden verhonderdvoudigd hebben | zouden verhonderdvoudigd hebben | zouden verhonderdvoudigd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm verhonderdvoudigd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt verhonderdvoudigd | er is verhonderdvoudigd | |||||||||
verleden | er werd verhonderdvoudigd | er was verhonderdvoudigd | |||||||||
toekomend | er zal verhonderdvoudigd worden | er zal verhonderdvoudigd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou verhonderdvoudigd worden | er zou verhonderdvoudigd zijn | |||||||||
lijdende vorm verhonderdvoudigd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verhonderdvoudigd worden | verhonderdvoudigd te worden | ||||||||
toekomend | verhonderdvoudigd zullen worden | verhonderdvoudigd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | verhonderdvoudigd zijn | verhonderdvoudigd te zijn | ||||||||
toekomend | verhonderdvoudigd zullen zijn | verhonderdvoudigd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word verhonderdvoudigd | wordt verhonderdvoudigd | wordt verhonderdvoudigd | wordt verhonderdvoudigd | wordt verhonderdvoudigd | worden verhonderdvoudigd | worden verhonderdvoudigd | worden verhonderdvoudigd | |||
verleden (o.v.t.) | werd verhonderdvoudigd | werd verhonderdvoudigd | werd verhonderdvoudigd | werdt verhonderdvoudigd | werd verhonderdvoudigd | werden verhonderdvoudigd | werden verhonderdvoudigd | werden verhonderdvoudigd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal verhonderdvoudigd worden | zult verhonderdvoudigd worden | zult verhonderdvoudigd worden | zult verhonderdvoudigd worden | zal verhonderdvoudigd worden | zullen verhonderdvoudigd worden | zullen verhonderdvoudigd worden | zullen verhonderdvoudigd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verhonderdvoudigd worden | zou verhonderdvoudigd worden | zou/zoudt verhonderdvoudigd worden | zoudt verhonderdvoudigd worden | zou verhonderdvoudigd worden | zouden verhonderdvoudigd worden | zouden verhonderdvoudigd worden | zouden verhonderdvoudigd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben verhonderdvoudigd | bent verhonderdvoudigd | bent/is verhonderdvoudigd | zijt verhonderdvoudigd | is verhonderdvoudigd | zijn verhonderdvoudigd | zijn verhonderdvoudigd | zijn verhonderdvoudigd | |||
verleden (v.v.t.) | was verhonderdvoudigd | was verhonderdvoudigd | was verhonderdvoudigd | waart verhonderdvoudigd | was verhonderdvoudigd | waren verhonderdvoudigd | waren verhonderdvoudigd | waren verhonderdvoudigd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal verhonderdvoudigd zijn | zult verhonderdvoudigd zijn | zult verhonderdvoudigd zijn | zult verhonderdvoudigd zijn | zal verhonderdvoudigd zijn | zullen verhonderdvoudigd zijn | zullen verhonderdvoudigd zijn | zullen verhonderdvoudigd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou verhonderdvoudigd zijn | zou verhonderdvoudigd zijn | zou/zoudt verhonderdvoudigd zijn | zoudt verhonderdvoudigd zijn | zou verhonderdvoudigd zijn | zouden verhonderdvoudigd zijn | zouden verhonderdvoudigd zijn | zouden verhonderdvoudigd zijn |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.