voorwerp

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voorwerp    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvorwɛrəp/ (2 of 3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • voor·werp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorwerp voorwerpen
verkleinwoord voorwerpje voorwerpjes

Zelfstandig naamwoord

hetvoorwerpo

  1. een object, iets dat fysiek bestaat
  2. (grammatica) lijdend ~, → lijdend voorwerp
  3. (grammatica) meewerkend ~, zinsdeel dat indirect aan de handeling deelneemt → meewerkend voorwerp
  4. (grammatica) handelend ~, zinsdeel dat in de zin een handeling verricht
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
voorwerpen

voorwerp

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorwerpen
    • ... dat ik voorwerp. 

Gangbaarheid

  • Het woord voorwerp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.