vuistbijl

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vuistbijl    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvœys(t)bɛil/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈvœʏ̯sbɛːɫ/, (duidelijk uitgesproken) /ˈvœʏ̯sdbɛːɫ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈvœːstbɛːɫ/
    • (Limburg): /ˈvœːzbɛɪ̯l/
Woordafbreking
  • vuist·bijl
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vuistbijl vuistbijlen
verkleinwoord vuistbijltje vuistbijltjes

Zelfstandig naamwoord

devuistbijlv/m

  1. (archeologie) een kerngereedschap uit het paleolithicum, het Acheuléen en het Moustérien, dat voorkomt in Afrika, Europa, het westen van Eurazië, India en het westen van China, maar niet verder naar het oosten
    • Vuistbijlen kunnen in een kwartier tijd uit vuursteen gehakt worden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vuistbijl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.