woonschip

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woonschip    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • woon·schip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woonschip woonschepen
verkleinwoord woonscheepje woonscheepjes

Zelfstandig naamwoord

hetwoonschipo

  1. schip dat speciaal gebouwd en uitgerust is om in te wonen en niet zozeer om mee te varen
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord woonschip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.