zee-egel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zee-egel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzeʔeɣəl / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- zee-·egel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zee en egel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zee-egel | zee-egels |
verkleinwoord | zee-egeltje | zee-egeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de zee-egel m
- (stekelhuidigen) op de zeebodem levend bol-, hart- of schijfvormig stekelig ongewerveld diertje dat behoort tot het fylum stekelhuidigen (Echinodermata)
Schrijfwijzen
- zeeëgel zn (officiële spelling tot 1996)
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- zee-egelei
Vertalingen
1. op de zeebodem levend bolvormig stekelig ongewerveld diertje
Gangbaarheid
- Het woord zee-egel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zee-egel" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.