část

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /tʃaːst/
  • Geluid:  část    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • část
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *čęstь

Zelfstandig naamwoord

část v

  1. deel, stuk; een afsplitsing van een hoeveelheid
    «Pizzu jsme rozdělili na dvě části
    De pizza hebben we in twee stukken verdeeld.
  2. deel, bestandsdeel, element; een stuk van het geheel
    «Byzantské říši vděčíme za vidličku, část příboru pocházející právě odtud.»
    We danken de vork aan het Byzantijnse rijk, het deel van het bestek dat hier vandaan kwam.
Verbuiging
Schrijfwijzen
  • Oude schrijfwijze: čásť v
Synoniemen
  1. díl monbezield, fragment monbezield, kus monbezield, pasáž v, podíl monbezield, segment monbezield, součást v, úsek monbezield, zlomek monbezield
  2. komponenta v, složka v
Antoniemen
  1. celek monbezield
Afgeleide begrippen
  • součást v
  • účastnit se
  • zčásti (bw.)
Typische woordcombinaties
  • celá část v
  • část obyvatelstva v – een deel van de bevolking
  • dolní celá část v
  • horní celá část v
  • malá část v – een klein deel
  • městská část v
  • místní část v
  • spojovací část v – verbindingsstuk
  • velká část v – een groot deel
  • z části – uit het deel
Verwante begrippen
  • antičástice v
  • autosoučástka v
  • částečka v
  • částečně (bw.)
  • částečnost v
  • částicový
  • rozčástění o
  • součástka v
  • velosoučástka v
Paroniemen

Meer informatie

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.