Schtee

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ʃteː /
Woordafbreking
  • Schtee
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord  Stein zn  ← Middelhoogduits  stein zn  ← Oudhoogduits  stein zn  ← Middelnederduits  stēn zn 
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Schteeder SchteeSchteedie Schtee
datief me Schteeem SchteeSchteede Schtee
accusatief en Schteeder SchteeSchteedie Schtee

Zelfstandig naamwoord

Schtee, m

  1. (mineraal) steen
  2. (gereedschap) slijpsteen, wetsteen
  3. samenstellingen van Pensylvania-Duitse woorden mit het woorddeel "Schtee": voorwerpen gemaakt van steen
  4. (figuurlijk) samenstellingen van Pensylvania-Duitse woorden mit het woorddeel "Schtee": voorwerpen met steenachtige eigenschappen, bijv. kernen of pitten
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • [1] Schtee breche
    steen uithouwen
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.