aanhaling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanhaling    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanhalɪŋ/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·ha·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van aanhalen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord aanhaling aanhalingen
verkleinwoord aanhalinkje aanhalinkjes

Zelfstandig naamwoord

deaanhalingv

  1. een letterlijke passage die door iemand anders aangehaald wordt uit een bron
    • Wikiquote heeft een uitgebreide verzameling aanhalingen. 
  2. het strakker trekken van een schroefbout, touw, teugel, riem, veter, voorwaarden etc.
  3. het liefkozend, zachtjes naar zich toe trekken van een mens of dier
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanhaling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.