aanknopingspunt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanknopingspunt (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋknopɪŋsˌpʏnt / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·kno·pings·punt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aanknoping zn en punt zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanknopingspunt | aanknopingspunten |
verkleinwoord | aanknopingspuntje | aanknopingspuntjes |
Zelfstandig naamwoord
het aanknopingspunt o
- een punt waaraan gemakkelijk een touw of kabel vastgemaakt kan worden
- (figuurlijk) feit of gegeven op basis waarvan wordt voortgebouwd, verder geredeneerd enz
- Een aanknopingspunt voor verder onderzoek.
- ▸ ' 'Hebben jullie al aanknopingspunten gevonden? In die groep, bedoel ik.[1]
- ▸ Hij reageerde in zijn kuif gepikt en zei dat hij verschillende 'aanknopingspunten' aan het uitdiepen was, waaronder een onderzoek naar alle ziekenhuizen in een straal van driehonderd kilometer waar een niertransplantatie plaats had kunnen vinden.[2]
Synoniemen
- [1] bevestigingspunt
- [2] uitgangspunt, handvat
Verwante begrippen
Vertalingen
2. feit of gegeven op basis waarvan wordt voortgebouwd, verder geredeneerd enz.
|
Gangbaarheid
- Het woord aanknopingspunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Håkan Nesser“Herfst op Gotland” (2021), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535624
- ↑ “Het dossier” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789021042503
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.