běžný

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /bjɛʒniː/
  • Geluid:  běžný    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • běž·ný
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord běh met het achtervoegsel -ný.

Bijvoeglijk naamwoord

běžný

  1. gewoon; niet van de norm of gewoonte afwijkend.
  2. lopend; aan de gang zijnde.
Verbuiging


Synoniemen
  1. normální, obecný, obvyklý, obyčejný, standardní
  2. aktuální, nynější, současný, plynoucí, probíhající, stávající
Antoniemen
  1. abnormální, mimořádný, neobvyklý, výjimečný
  2. budoucí, minulý
Afgeleide begrippen
  • běžně
  • běžnost v
  • lichoběžný
  • mimoběžný
  • neběžný
  • pomaloběžný
  • předběžný
  • přímoběžný
  • rychloběžný
  • souběžný
Verwante begrippen

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.