billet

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈbɪlɪt/

Woordherkomst en -opbouw

• [A] via Middelengels bylet en Anglo-Normandisch billette of Middelfrans billette van Oudfrans bullette als verkleinwoord van bulle bul dat teruggaat op Latijn bulla
• [B] via Middelengels billet van Oudfrans billette als verkleinwoord van bille "stam, houtblok"

Zelfstandig naamwoord

[A] billet

1. (communicatie) kort briefje
2. (militair) inkwartieringsbevel
3. (metonymisch) kwartier, onderdak, tijdelijke verblijfplaats

Werkwoord

[A] billet

1. overgankelijk (militair) inkwartieren
2. overgankelijk (militair) ingekwartierd zijn

Zelfstandig naamwoord

[B] billet

1. houtblok (vooral gebruikt voor brandhout)
2. (metallurgie) baar of staaf van ruw metaal
3. (heraldiek) blokje (verticaal rechthoekje op een wapenschild)

Gangbaarheid

• In onderzoek van 2014-2018 door het Centrum voor Leesonderzoek werd "billet" herkend door:

Verwijzingen

Uitspraak

• Geluid:  billet    (hulp, bestand)
• IPA: /bi.jɛ/

Woordherkomst en -opbouw

• van Oudfrans billette, variant van bullette als verkleinwoord van bulle bul dat teruggaat op Latijn bulla

Zelfstandig naamwoord

billet m

1. (communicatie) kort briefje
2. biljet
3. (financieel) bankbiljet; ook: ander geldswaardig papier zoals promesse of wissel
4. kaartje, plaatsbewijs
5. attest, certificaat
6. (internet) blogpost, artikel op een forum