chat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  chat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • chat
enkelvoud meervoud
naamwoord chat chats
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dechatm

  1. (internet) online 'praatje' via het internet, waarbij men met elkaar communiceert (meestal met het toetsenbord)
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
chatten

chat

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van chatten
  2. gebiedende wijs van chatten

Gangbaarheid

  • Het woord chat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  chat (VS)    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
chat chats

Zelfstandig naamwoord

chat

  1. (zangvogels) tapuit
  2. babbel (ongedwongen gesprek)
vervoeging
onbepaalde wijs to  chat 
he/she/it  chats 
verleden tijd  chatted 
voltooid
deelwoord
 chatted 
onvoltooid
deelwoord
 chatting 
gebiedende wijs  chat 

Werkwoord

chat

  1. onovergankelijk babbelen, kletsen, praten

Frans

Uitspraak
  • [A] Geluid:  chat    (hulp, bestand)
    • IPA: /ʃɑ/
  • [B]Geluid:  chat    (hulp, bestand)
    • IPA: /tʃat/
  enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
mannelijk   chat     le chat     chats     les chats  
vrouwelijk   chatte     la chatte     chattes     les chattes  

Zelfstandig naamwoord

[A] chat m

  1. (roofdieren) kat
  2. (dierkunde) kater
  3. (spreektaal) poesje, kutje [1]
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • à bon chat, bon rat
baas boven baas (iedereen heeft een meerdere)
  • appeler un chat un chat
het beestje bij zijn naam noemen (onbevangen zeggen wat men van iets denkt)
  • avoir d'autres chats à fouetter
wel wat anders te doen hebben
  • avoir un chat dans la gorge
een kikker in de keel hebben (hees zijn)
  • comme chien et chat
als kat en hond (in voortdurende ruzie)
  • donner sa langue au chat
het opgeven
  • il n'y a pas un chat
er is geen kat (er is niemand)
Spreekwoorden
  • chat échaudé craint l'eau froide
een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen (men maakt dezelfde stommiteit geen tweemaal)
  • la nuit, tous les chats sont gris
in het donker zijn alle katjes grauw (in het donker ziet men geen verschil tussen mooi en lelijk)
  • le chat parti, les souris dansent / quand le chat n’est pas là, les souris dansent
als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel (als er geen toezicht is, doet men wat men wil)
  • n'éveillez pas le chat qui dort
men moet geen oude koeien uit de sloot halen (men moet geen lang geleden gebeurde dingen terug ophalen)

Zelfstandig naamwoord

[B] chat m

  1. (internet) online 'praatje' via het internet

Verwijzingen

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /tʃɛt/
Woordafbreking
  • chat
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels

Zelfstandig naamwoord

chat

  1. (informatica) chat; een geschreven gesprek tussen twee of meer gebruikers via het internet
Verbuiging
Gelijkklinkende woorden
  • čet
Afgeleide begrippen
  • chatový
Verwante begrippen

Verwijzingen

    Uitspraak
    • IPA: /xat/
    Woordafbreking
    • chat

    Zelfstandig naamwoord

    chat

    1. genitief meervoud van chata
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.