filum

Latijn

Uitspraak

IPA: /ˈfiːlum/

Woordherkomst en -opbouw

erfwoord Uit Italisch *fī(s)lo- o, ontwikkeld uit Indo-Europees *g^whislo- “zeen, pees, draad”, vergelijk Litouws gysla “zeen”, “ader”. ^[1]

Zelfstandig naamwoord

filum o ^[2]

Overerving en ontlening

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	fīlum	fīla
genitief	fīlī	fīlōrum
datief	fīlō	fīlīs
accusatief	fīlum	fīla
vocatief	fīlum	fīla
ablatief	fīlō	fīlīs

Verwijzingen

↑ Weblink bron filum in:
Alfred Ernout, Antoine Meillet, ed. Jacques André
Dictionnaire étymologique de la langue latine (1932, herdr. 2001), Klincksieck, Paris, p. 235 op archive.org
↑ Weblink bron filum in:
Charlton T. Lewis, Charles Short
A Latin Dictionary (1879), Clarendon Press, Oxford op perseus.tufts.edu

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.