freak
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: freak (hulp, bestand)
Woordafbreking
- freak
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels. In de betekenis van ‘fanaat, fanatiekeling’ voor het eerst aangetroffen in 1971 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | freak | freaks |
verkleinwoord | freakje | freakjes |
Zelfstandig naamwoord
de freak v / m
- (informeel) een fanatiekeling
- Het is wat talen betreft echt een freak.
Hyponiemen
- computerfreak, controlefreak, controlfreak, filmfreak, jezusfreak, kledingfreak, modefreak
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
freaken |
freak
Gangbaarheid
- Het woord freak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "freak" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "freak" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ freak op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid:
- IPA:
Woordherkomst en -opbouw
- [A] Bekend sinds ca. 1560. Misschien van Middelengels friken of van het Middelengelse frek, in dat laatste geval verwant met freak [B][1]
- [B] Via Schots freik en Middelengels frek/frek van Angelsaksisch freca.[2]
enkelvoud | meervoud |
---|---|
freak | freaks |
Zelfstandig naamwoord
[A] freak
- bevlieging, gril, nuk
- vreemd persoon, excentriekeling, freak, zonderling
- misvormd dier of ander wezen
- (informeel), (lhbt) homofiel, nicht
Zelfstandig naamwoord
[B] freak
- (moedige) strijder
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to freak |
he/she/it | freaks |
verleden tijd | freaked |
voltooid deelwoord |
freaked |
onvoltooid deelwoord |
freaking |
gebiedende wijs | freak |
Werkwoord
freak
- onovergankelijk opgewonden raken (m.n. door drugs)
- onovergankelijk de gevestigde orde doorbreken
- overgankelijk (door middel van drugs e.d.) in een opgewonden/extatische toestand brengen
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
freak | freaker | freakest |
Bijvoeglijk naamwoord
freak
Verwijzingen
- ↑ freak (n.1), Online Etymology Dictionary
- ↑ freak (n.2), Online Etymology Dictionary
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.