fructose

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fructose    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fruc·to·se
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vruchtensuiker’ voor het eerst aangetroffen in 1895 [1]
  • afgeleid van het Latijnse fructus (vrucht) met het achtervoegsel -ose [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord fructose -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

defructosev/m [3]

  1. (voeding) bepaalde suiker die veel in zoete vruchten voorkomt
    • Fructose leidt niet tot een toename van insuline en en evenmin tot een verhoging van het leptinehormoon (eetlustremmend hormoon) wat weer kan leiden tot overgewicht wat de kans op diabetes verhoogt. 
  2. (scheikunde) een monosacharide (een enkelvoudige suiker) met als brutoformule C6H12O6
    (wikidata: fructose )
Afgeleide begrippen
  • fructosegehalte
Synoniemen

vruchtensuiker, levulose

Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord fructose staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.