gazelle

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gazelle    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣaˈzɛlə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ga·zel·le
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Arabische woord ghâzal, dat verwijst naar de bevalligheid van het dier
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘herkauwer’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1720 [1] [2]
  •  gazel zn  met de uitgang -e
enkelvoud meervoud
naamwoord gazelle gazellen
gazelles
verkleinwoord gazelletje gazelletjes

Zelfstandig naamwoord

degazellev

  1. (evenhoevigen) benaming voor slanke hoefdieren uit de geslachten Gazella , Eudorcas  en Nanger , leden van de antilopefamilie Antilopinae . Er zijn ongeveer vijftien soorten, waaronder de thomsongazelle. Gazellen spelen een belangrijke rol in verschillende religies en legendes
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gazelle staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ɡa.zɛl/
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

gazelle v

  1. (evenhoevigen) gazelle
  2. (spreektaal) vrouw, meid
    «Cette belle gazelle guadeloupéenne est championne de course à pied sur 400 mètres.»
    Die mooie Guadeloupse is kampioene op de 400 meter hardlopen. [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.