gol

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Bijvoeglijk naamwoord

gol

  1. (spreektaal) stompzinnig, achterlijk, onnozel
    «Tu fais gol comme ça à venir à l'amphi avec un bob sur la tête!»
    Je ziet er achterlijk uit als je naar college komt met matrozenmuts op! [1]
Schrijfwijzen

Verwijzingen

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • gol
enkelvoud meervoud
gol goles

Zelfstandig naamwoord

gol m

  1. (sport) doel, doelpunt, goal

Verwijzingen

    Turks

    Niet te verwarren met: göl
    Woordafbreking
    • gol
    enkelvoud meervoud
    nominatief   gol     goller  
    genitief   golün     gollerin  
    datief   gole     gollere  
    accusatief   golü     golleri  
    locatief   golde     gollerde  
    ablatief   golden     gollerden  

    Zelfstandig naamwoord

    gol

    1. (sport) goal, doelpunt
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.