hann

Faeröers

Persoonlijk voornaamwoord

hann

  1. hij


IJslands

Uitspraak
  • IPA: /hanː/
enkelvoud meervoud
mannelijk vrouwelijk onzijdig mannelijk vrouwelijk onzijdig
nominatief hannhúnþaðþeirþærþau
accusatief hanaþá
genitief hanshennarþessþeirra
datief honumhenniþvíþeim

Persoonlijk voornaamwoord

hann

  1. hij (nominatief mannelijk enkelvoud van de derde persoon)
  2. hem (accusatief mannelijk enkelvoud van de derde persoon)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.