her

Niet te verwarren met: Her, her-

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  her    (hulp, bestand)
  • IPA: /hɛr/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • her
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord her herren
verkleinwoord herretje herretjes

Zelfstandig naamwoord

hethero

  1. (onderwijs) herhaling van een examen als het eerste onvoldoende is geweest
     De leerlingen mogen het examen met terugwerkende kracht ongeldig laten verklaren. Ze maken het Nederlandse examen opnieuw met de herkansers. Voor de 10 leerlingen telt dit overigens niet als een her.[4]

Bijwoord

[B] her

  1. (verouderd) hierheen
     Ingeval de wind in strijd
    Met uw doel mogt keeren:
    Toont dan door gestaêge vlijt,
    Dat ge uw vak goed meester zijt,
    En ook kunt laveren.
    Menig moet zulks, heen en her,
    En brengt toch zijn scheepje ver.
    [5]
  2. vanaf lang geleden.
    • Er liggen nog gegevens van jaren her. 
  3. ouderwetse koetsiersterm die naar links betekent.
    • Als een koetsier vroeger wilde dat zijn paard naar links ging zei hij her of haar. 
    • Van hot naar her betekent letterlijk van rechts naar links. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord her staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
72 %van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

Deens

Bijwoord

her

  1. alhier

Verwijzingen

    Duits

    Uitspraak
    • Geluid:  her    (hulp, bestand)

    Achterzetsel

    her

    1. geleden

    Engels

      enkelvoud meervoud
    bijvoeglijk zelfstandig bijvoeglijk zelfstandig
    1e persoon mymineourours
    2e persoon
    (archaïsch)
    thythine--
    2e persoon youryoursyouryours
    3e persoon
    (mannelijk)
    hishistheirtheirs
    3e persoon
    (vrouwelijk)
    herhers
    3e persoon
    (onzijdig)
    itsits
    Uitspraak
    • Geluid:  her (US)    (hulp, bestand)

    Bezittelijk voornaamwoord

    her

    1. haar

    Persoonlijk voornaamwoord

    her v

    1. haar

    Noors

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: /hæːɾ/
    Woordafbreking
    • her
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig van het Oudnoorse woord hér.
    Naar frequentie 31

    Bijwoord

    her

    1. hier, alhier
    2. hierheen, hiernaartoe, naar... toe

    Nynorsk

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: /hæːɾ/
    Woordafbreking
    • her
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig van het Oudnoorse woord hér.

    Bijwoord

    her

    1. hier, alhier
    2. hierheen, hiernaartoe, naar... toe

    Zelfstandig naamwoord

    her

    1. verouderde spelling of vorm van hær tot 2012
    (verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud, m

    Turks

    Woordafbreking
    • her

    Onbepaald voornaamwoord

    her

    1. (bijvoeglijk) elk, ieder
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.