huggen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van huggen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		huggen			te huggen
onvoltooid	toekomend		zullen huggen			te zullen huggen
voltooid	tegenwoordig		hebben gehugd			te hebben gehugd
voltooid	toekomend		gehugd zullen hebben			gehugd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	huggend		gehugd			ev. hug	mv. verouderd hugt	hugge
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	hug	hugt	hugt	hugt	hugt	huggen	huggen	huggen
verleden (o.v.t.)	hugde	hugde	hugde	hugde	hugde	hugden	hugden	hugden
toekomend (o.t.t.t.)	zal huggen	zult/zal huggen	zult/zal huggen	zult huggen	zal huggen	zullen huggen	zullen huggen	zullen huggen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou huggen	zou huggen	zou(dt) huggen	zoudt huggen	zou huggen	zouden huggen	zouden huggen	zouden huggen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gehugd	hebt gehugd	hebt/heeft gehugd	hebt gehugd	heeft gehugd	hebben gehugd	hebben gehugd	hebben gehugd
verleden (v.v.t.)	had gehugd	had gehugd	had gehugd	hadt gehugd	had gehugd	hadden gehugd	hadden gehugd	hadden gehugd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gehugd hebben	zal/zult gehugd hebben	zult/zal gehugd hebben	zult gehugd hebben	zal gehugd hebben	zullen gehugd hebben	zullen gehugd hebben	zullen gehugd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gehugd hebben	zou gehugd hebben	zou/zoudt gehugd hebben	zoudt gehugd hebben	zou gehugd hebben	zouden gehugd hebben	zouden gehugd hebben	zouden gehugd hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gehugd worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gehugd				er is gehugd
verleden	er werd gehugd				er was gehugd
toekomend	er zal gehugd worden				er zal gehugd zijn
voorwaardelijk	er zou gehugd worden				er zou gehugd zijn
lijdende vorm gehugd worden
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		gehugd worden			gehugd te worden
onvoltooid	toekomend		gehugd zullen worden			gehugd te zullen worden
voltooid	tegenwoordig		gehugd zijn			gehugd te zijn
voltooid	toekomend		gehugd zullen zijn			gehugd te zullen zijn
	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (o.t.t.)	word gehugd	wordt gehugd	wordt gehugd	wordt gehugd	wordt gehugd	worden gehugd	worden gehugd	worden gehugd
verleden (o.v.t.)	werd gehugd	werd gehugd	werd gehugd	werdt gehugd	werd gehugd	werden gehugd	werden gehugd	werden gehugd
toekomend (o.t.t.t.)	zal gehugd worden	zult gehugd worden	zult gehugd worden	zult gehugd worden	zal gehugd worden	zullen gehugd worden	zullen gehugd worden	zullen gehugd worden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou gehugd worden	zou gehugd worden	zou/zoudt gehugd worden	zoudt gehugd worden	zou gehugd worden	zouden gehugd worden	zouden gehugd worden	zouden gehugd worden
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	ben gehugd	bent gehugd	bent/is gehugd	zijt gehugd	is gehugd	zijn gehugd	zijn gehugd	zijn gehugd
verleden (v.v.t.)	was gehugd	was gehugd	was gehugd	waart gehugd	was gehugd	waren gehugd	waren gehugd	waren gehugd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gehugd zijn	zult gehugd zijn	zult gehugd zijn	zult gehugd zijn	zal gehugd zijn	zullen gehugd zijn	zullen gehugd zijn	zullen gehugd zijn
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gehugd zijn	zou gehugd zijn	zou/zoudt gehugd zijn	zoudt gehugd zijn	zou gehugd zijn	zouden gehugd zijn	zouden gehugd zijn	zouden gehugd zijn

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.