injure

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  injure (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɪndʒə/
Woordafbreking
  • in·jure
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse werkwoord iniuriare, dat van het Latijnse woord iniuria komt.
  • Engels zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel in-.
vervoeging
onbepaalde wijs to  injure 
he/she/it  injures 
verleden tijd  injured 
voltooid
deelwoord
 injured 
onvoltooid
deelwoord
 injuring 
gebiedende wijs  injure 

Werkwoord

injure

  1. overgankelijk bederven
  2. overgankelijk benadelen
  3. overgankelijk beschadigen
  4. overgankelijk bezeren
    «She fell and injured herself.»
    Ze viel en bezeerde zichzelf.
  5. overgankelijk duperen
  6. overgankelijk havenen
  7. overgankelijk schenden
  8. overgankelijk stukmaken
  9. overgankelijk toetakelen
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.