ivoor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ivoor    (hulp, bestand)
  • IPA: /iˈvor/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ivoor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ivoor -
verkleinwoord 2. ivoortje 2. ivoortjes

Zelfstandig naamwoord

ivoor o of m

  1. (materiaalkunde) wit materiaal afkomstig van de slagtanden van vooral de olifant
     Zonder Oscars vermogen, verworven met mahonie en ivoor, had Ingeborg dus nooit de vrouw kunnen worden van een eenvoudige Noorse ingenieur, zelfs niet wanneer hij opgeleid was aan de Technische Hochschule in Dresden.[4]
  2. siervoorwerp dat is vervaardigd uit de slagtanden van de olifant
     De mooiste ikoon is een 10e-eeuws, Constantinopolitaans ivoor uit de Macedonische renaissance (Staatliche Museen te Berlijn), waarvoor de snijder zich enigszins liet inspireren door klassieke figuren uit de gigantomachie.[5]

hetivooro

  1. geen meervoud (RAL-kleur) tint geel met RAL-nummer 1014 (  )
    • Kunt u die panelen ook leveren in ivoor? 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
[3] namen van RAL-kleuren in het Nederlands
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ivoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.