geelgroen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geelgroen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • geel·groen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geelgroen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetgeelgroeno

  1. geen meervoud (RAL-kleur) tint tussen geel en groen met RAL-nummer 6018 (  ).
    • Kunt u die panelen ook leveren in geelgroen? 
    • Heeft u die ook in het geelgroen? 
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen geelgroengeelgroenergeelgroenst
verbogen geelgroenegeelgroeneregeelgroenste
partitief geelgroensgeelgroeners-

Bijvoeglijk naamwoord

geelgroen

  1. (RAL-kleur) in een tint tussen geel en groen met RAL-nummer 6018 (  ).
    • De zijkant was een egaal geelgroen vlak. 
    • Hij rijdt in een geelgroene auto. 
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Verwante begrippen
namen van RAL-kleuren in het Nederlands
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord geelgroen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.