reinwit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  reinwit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɛinwɪt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • rein·wit
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen reinwit
verbogen reinwitte
partitief reinwits

Bijvoeglijk naamwoord

reinwit

  1. (kleur) met een heldere kleur, zonder enige tint
     't Altaar, reinwit, met z'n koperen kruis en hoge kandelaars, waarin de kaarsen flauw brandden, met z'n bloemen en versierselen, was vlak voor me.[2]
  2. (RAL-kleur) in een tint grijs met RAL-nummer 9010 (  )
    • De zijkant was een egaal reinwit vlak. 
Synoniemen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord reinwit
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetreinwito

  1. (kleur) heldere kleur, zonder enige tint
    • De rode daken staken af tegen het reinwit van de sneeuw. 
  2. geen meervoud (RAL-kleur) tint grijs met RAL-nummer 9010 (  )
    • Kunt u die panelen ook leveren in reinwit? 
Verwante begrippen
[2] namen van RAL-kleuren in het Nederlands

Gangbaarheid

  • Het woord 'reinwit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Jacob Lub
    “In en om de goudstad. Eerste bundel Hollands-Afrikaanse schetsen.” (1912), J.H. de Bussy, Pretoria/Johannesburg / Holl.-Afr. Uitg.-Mij. v/h. J. Dusseau & Co., Kaapstad, p. 78
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.