koala

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koala    (hulp, bestand)
  • IPA: /koˈwala/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ko·a·la
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘buideldier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1909 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord koala koala's
verkleinwoord koalaatje koalaatjes

Zelfstandig naamwoord

dekoalam

  1. (buideldieren) Phascolarctos cinereus , een Australisch buideldier
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord koala staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

enkelvoud meervoud
koala koalas

Zelfstandig naamwoord

koala m

  1. (buideldieren) koala

Spaans

enkelvoud meervoud
koala koalas

Zelfstandig naamwoord

koala m

  1. (buideldieren) koala

Turks

Woordafbreking
  • ko·a·la
enkelvoud meervoud
nominatief   koala     koalalar  
genitief   koalanın     koalaların  
datief   koalaya     koalalara  
accusatief   koalayı     koalaları  
locatief   koalada     koalalarda  
ablatief   koaladan     koalalardan  

Zelfstandig naamwoord

koala

  1. (buideldieren) koala, buidelbeer
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.