kwantiteit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kwantiteit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kwan·ti·teit
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hoeveelheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1370 [1]
  • afgeleid van het Franse quantité (met het achtervoegsel -iteit) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord kwantiteit kwantiteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dekwantiteitv [3]

  1. hoeveelheid, grootte
     Gebruikers van deze app lieten opmerkingen achter om kwaliteit en kwantiteit van het water aan te geven, voorzien van een datum, waaruit op te maken was of een bron wel of niet was opgedroogd.[4]
Hyponiemen
  • koelwaterkwantiteit
Afgeleide begrippen
  • kwantiteitstheorie
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kwantiteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.