losse

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  losse    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • los·se
Woordherkomst en -opbouw
  • los met de uitgang -e

Bijvoeglijk naamwoord

losse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van los

Werkwoord

vervoeging van
lossen

losse

  1. aanvoegende wijs van lossen

Gangbaarheid

  • Het woord losse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈlosə /
Woordafbreking
  • los·se
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging
tegenwoordige tijd, aantonende wijs, bedrijvende vorm
hele vervoeging zie losse/vervoeging
onbepaalde
wijs
losse
verleden
tijd
(er) hot gelosst
voltooid
deelwoord
gelosst
enkelvoud meervoud
1e persoon ich loss mir / mer losst
2e persoon du loscht [1] dihr / der
dihr / der
dihr / der
ihr / er
ihr / er
nihr / ner
losse
losst, losset
losse
losst
losse
losse
3e persoonerlosstsie
sie losst
es losst

Werkwoord

losse

  1. hulpwerkwoord laten
  2. overgankelijk laten
  3. onovergankelijk laten
  4. wederkerend zich laten
  5. achterwege laten (niet doen), verzuimen
  6. afleggen (bijv. een uitleg), achterlaten (bijv. een antwoord)
  7. goedkeuren, toelaten, toestemmen
  8. laten blijven, iets laten zijn
  9. zich iets openlaten (bijv. alle mogelijkheden)
Opmerkingen

Verwijzingen

  1. Als de woordstam op een sisklank eindigt vervalt de sibilant [s].
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.