lub
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: lub (hulp, bestand)
Woordafbreking
- lub
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lub | lubben |
verkleinwoord | lubje | lubjes |
Zelfstandig naamwoord
- plooi in kraag of mouw
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
lubben |
lub
Gangbaarheid
- Het woord lub staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Pools
Uitspraak
- IPA: /lup/
- Geluid: lup (hulp, bestand)
Woordafbreking
- lub
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Slavische *ljubo
Voegwoord
lub
Gelijkklinkende woorden
Synoniemen
- albo
- czy
Werkwoord
lub
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van lubić
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /lʊp/
Woordafbreking
- lub
Zelfstandig naamwoord
lub monbezield
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | lub | luby |
genitief | lubu | lubů |
datief | lubu | lubům |
accusatief | lub | luby |
vocatief | lube | luby |
locatief | lubu | lubech |
instrumentalis | lubem | luby |
Gelijkklinkende woorden
Afgeleide begrippen
- loubek monbezield
- lubový
Verwante begrippen
- kůra v
- prkno o
Uitdrukkingen en gezegden
- mít něco za lubem
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.