lustrum

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lustrum    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lus·trum
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘vijfjarig tijdvak’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord lustrum lustra
lustrums
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetlustrumo

  1. (tijdrekening), (eenheid) een periode van vijf jaar
  2. een viering van het vijfde jaar sinds de stichting van iets of sinds het vorige lustrum
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lustrum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.