maso

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

maso

  1. (spreektaal) masochistisch [1]

Zelfstandig naamwoord

maso m / v

  1. (spreektaal) masochist, masochiste [1]

Verwijzingen

Malagasy

Zelfstandig naamwoord

maso

  1. oog

Minangkabaus

Voegwoord

maso

  1. toen

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
masar

maso

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van masar

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /masɔ/
Woordafbreking
  • ma·so

Zelfstandig naamwoord

maso o

  1. vlees
Verbuiging
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

maso

  1. vocatief enkelvoud van masa
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.