melken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  melken    (hulp, bestand)
  • IPA: /mɛlkə(n)/
Woordafbreking
  • mel·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘van melk ontlasten’ voor het eerst aangetroffen in 1300 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
melken
/mɛlkə(n)/
melkte
molk
/mɔlk/
gemolken
/ɣəmɔlkə(n)/
klasse 3

zwak -t
gemengd

volledig

Werkwoord

melken

  1. overgankelijk, (veeteelt) de melk uit de klieren van een zoogdier halen
    • De koeien moeten nog gemolken. 
  2. overgankelijk overdrachtelijk: iets nuttigs aftappen, iets uitbaten
    • Het gif van deze boomslang wordt gemolken om er een tegengif van te maken. 
    • Hij melkt huisjes. 
  3. fokken, houden
    • het melken van duiven is zijn hobby 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord melken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.