monitor

Niet te verwarren met: Monitor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  monitor    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmoniˌtɔr/
Woordafbreking
  • mo·ni·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘beeldscherm’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord monitor monitoren
monitors
verkleinwoord monitortje monitortjes

Zelfstandig naamwoord

demonitorm toezichthouder:

  1. (informatica) een scherm waarop de informatie uit een computer zichtbaar wordt gemaakt
    • De tekst van het WikiWoordenboek was op de monitor zichtbaar.  [3]
  2. iemand die buiten de schooluren leiding geeft aan en toezicht houdt op kinderen of jongeren
  3. studiementor
  4. onderzoekende rapportage b.v. een armoedemonitor
Synoniemen
Hyponiemen
  • armoedemonitor
  • computermonitor
  • hartmonitor
  • hoofdmonitor
  • jeugdmonitor
  • kleurenmonitor
  • politiemonitor
  • skimonitor
  • stadsmonitor
  • televisiemonitor
  • veiligheidsmonitor
  • videomonitor
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
monitoren

monitor

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van monitoren
    • Ik monitor. 
  2. gebiedende wijs van monitoren
    • Monitor! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van monitoren
    • Monitor je? 

Gangbaarheid

  • Het woord monitor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA:
Woordafbreking
  • mo·ni·tor
Woordherkomst en -opbouw
    vervoeging
    onbepaalde wijs to  monitor 
    he/she/it  monitors 
    verleden tijd  monitored 
    voltooid
    deelwoord
     monitored 
    onvoltooid
    deelwoord
     monitoring 
    gebiedende wijs  monitor 

    Werkwoord

    monitor

    1. monitoren, toezien

    Pools

    Zelfstandig naamwoord

    monitor monbezield

    1. (informatica) monitor; een scherm waarop de informatie uit een computer zichtbaar wordt gemaakt
    2. (militair)(scheepvaart) monitor; een klasse van verhoudingsgewijs kleine oorlogsschepen
    3. (muziek) monitor; een speciaal type luidsprekerbox dat in geluidsstudio's gebruikt wordt om te beluisteren wat er opgenomen of gemengd wordt
    Synoniemen
    1. telewizor, telewizorek, ekran
    2. odsłuch
    Afgeleide begrippen
    • monitorować imperfectief
    • monitorowy
    Typische woordcombinaties
    • monitor rzeczny
    Verwante begrippen

    Meer informatie

    Slowaaks

    Zelfstandig naamwoord

    monitor m

    1. (informatica) monitor; een scherm waarop de informatie uit een computer zichtbaar wordt gemaakt
    2. (militair)(scheepvaart) monitor; een klasse van verhoudingsgewijs kleine oorlogsschepen
    Verwante begrippen
    • monitorovanie o

    Meer informatie

    Tsjechisch

    Uitspraak
    • IPA: /mɔnɪtɔr/
    Woordafbreking
    • mo·ni·tor
    Woordherkomst en -opbouw
    • Leenwoord uit het Latijn, via West-Europese talen

    Zelfstandig naamwoord

    monitor monbezield

    1. (informatica) monitor; een scherm waarop de informatie uit een computer zichtbaar wordt gemaakt
    2. (militair)(scheepvaart) monitor; een klasse van verhoudingsgewijs kleine oorlogsschepen
    3. (muziek) monitor; een speciaal type luidsprekerbox dat in geluidsstudio's gebruikt wordt om te beluisteren wat er opgenomen of gemengd wordt
    Verbuiging
    Synoniemen
    1. obrazovka v, displej
    Afgeleide begrippen
    • hydromonitor monbezield
    • monitorovat imperfectief
    • monitorový
    Verwante begrippen

    Meer informatie

    Verwijzingen

      Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.