monnikskap
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: monnikskap (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mon·niks·kap
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van monnik en kap met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | monnikskap | monnikskappen |
verkleinwoord | monnikskapje | monnikskapjes |
Zelfstandig naamwoord
de monnikskap v / m
- (hoofddeksel) (religie) kap van een monnikspij
- (bouwkunde) met de wind meedraaiende kap op een schoorsteen, een gek
- (plantkunde) (medisch) Aconitum een geslacht van vaste planten uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae) waarvan de leden zeer giftig zijn en een kapvormig bovenste bloemblad hebben en waarvan sommigen o.a. worden gebruikt in zalven tegen zenuwpijnen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- monnikskapspier
Vertalingen
1. van een monnikspij
3. plant
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord monnikskap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.