nazaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nazaat    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈnazat/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • na·zaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nazaat nazaten
verkleinwoord nazaatje nazaatjes

Zelfstandig naamwoord

denazaatm

  1. iemand met een specifieke voorouder of specifieke voorouders
    • Hij is een verre nazaat van Karel de Grote. 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nazaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.